21 december 2018
Nieuws
0 reacties
50x bekeken
In geen enkele Nederlandse provincie verkopen boeren relatief gezien zo vaak hun producten direct aan consumenten als in Limburg. Dat constateert het CBS op basis van cijfers over 2017.
Het aandeel landbouwbedrijven dat doet aan zulke korte-ketenverkoop is landelijk gezien het grootst in Limburg: het gaat om vijftien procent van de boeren. Daarmee blijft Limburg de provincies Zeeland (14 procent) en Zuid-Holland, Noord-Holland en Flevoland (13 procent) voor. In Drenthe en Overijssel ligt met respectievelijk 7 en 6 procent het aandeel het laagst.
Bij korte-ketenverkoop leveren landbouwbedrijven direct of via maximaal één tussenschakel producten aan de consument. Dat kan bijvoorbeeld via boerderijwinkels, automaten of door rechtstreeks aan de horeca te leveren. Ook zelfpluktuinen vallen onder deze korte-ketenverkoop.
Wijngaardbedrijven
Landelijk gezien zijn het vooral wijngaardbedrijven en fruitbedrijven die hun producten rechtstreeks aan de consument leveren. Melkveebedrijven en varkensbedrijven blijken de tegenpool: daar doet slechts respectievelijk 6 en 3 procent aan korte-ketenverkoop