In transities focussen we vaak op spraakmakende – en broodnodige – innovaties. Veel minder aandacht hebben we voor het uitfaseren van onwenselijke praktijken. Zonde, vindt onderzoeker Nina de Roo van de Wageningen Universiteit.

Het is belangrijk dat we actief afscheid nemen van dingen. Dat klinkt misschien een beetje zweverig, maar het is niet voor niets dat we rondom begrafenissen zo veel rituelen hebben. Stel dat KLM een altaartje zou maken voor een vervuilend vliegtuigmodel. Gewoon om te zeggen: met dit vliegtuig hebben we zo veel mensen een prachtige reis bezorgd. Maar nu is het tijd voor iets anders.’
Afscheid nemen van oude praktijken en technologieën krijgt veel minder aandacht dan startups die met nieuwe dingen bezig zijn – ook op Change Inc. Maar uitfaseren is een onmiskenbaar onderdeel van transities, weet Nina de Roo, onderzoeker verantwoorde transities in het agri-fooddomein. Daarom deed zij samen met collega-onderzoekers van de Wageningen Universiteit een studie die ze ‘een eerste verkenning rondom het onderwerp uitfaseren in de context van het landelijk gebied in Nederland’ noemen. Een eerste verkenning, ja – veel onderzoek naar uitfaseren is er immers nog niet gedaan.
In het rapport Leren van uitfaseren van ‘onwenselijke’ praktijken analyseren de onderzoekers vier voorbeelden waarin praktijken werden uitgefaseerd: nertsenhouderijen, de legbatterij voor kippen, pulsvisserij, en het dichtdraaien van de gaskraan in Groningen. Ze hebben bewust gekozen voor situaties uit het verleden, vertelt De Roo. ‘Uitfaseren is een gevoelig onderwerp. Het wekt weerstand op en gaat vaak gepaard met frictie en botsende waarden en belangen. Dat maakt onderzoek doen naar transities waar we middenin zitten ingewikkeld.’