De werkelijke kosten van voedselproductie worden niet voldoende uitgedrukt in de marktprijs. Kosten van bijvoorbeeld waterzuivering of milieuschade zijn grotendeels niet verwerkt in de verkoopprijs, maar worden indirect afgewenteld op de maatschappij. True Cost Accounting (TCA) maakt alle kosten transparant, om zo de inkoper en consument te helpen een beter overwogen keus te maken. Provincie Limburg startte een project om zicht te krijgen op het marktpotentieel van TCA in Limburg.
De echte prijs bepalen: een flinke uitdaging
Juist het inzichtelijk maken van alle kosten is nog niet zo eenvoudig. Het gaat vaak om langetermijneffecten die moeilijk zijn toe te schrijven aan een bepaalde activiteit van een bedrijf. Wat is de impact van die ene boerderij of fabriek op de grond- en waterkwaliteit? Hoe meet je dat binnen een complexe omgeving waarop ook veel andere factoren invloed hebben? En hoe hang je aan die specifieke impact een prijskaartje? Provincie Limburg startte een project om hier meer zicht op te krijgen en op het marktpotentieel.
Potentieel bij bedrijfscatering
Provincie Limburg heeft studenten van Hotel Management School Maastricht onderzoek laten doen naar de markpotentie van het TCA-principe bij bedrijven als het gaat om de inkoop van bedrijfscatering. Inkopers bij 96 Limburgse bedrijven met 75 of meer medewerkers zijn hierover bevraagd. Hieruit bleek dat er met name potentieel is onder bedrijven die duurzaamheid en een maatschappelijk verantwoord inkoopbeleid zwaarder laten wegen dan prijs en gemak. Belangrijke randvoorwaarden voor succesvolle implementatie zijn onder andere transparantie en praktische toepasbaarheid van het TCA-principe en communicatie over TCA naar de eindgebruiker.
Vijf Limburgse ondernemers aan de slag met TCA
Daarnaast heeft Soil & More Impacts met vijf Limburgse bedrijven een project gedaan om True Pricing te testen. De insteek is om een ‘eerlijke’ prijs van voedsel te bepalen en te onderzoeken of de gebruiker de meerwaarde van een duurzaam geproduceerd Limburgs product waardeert. Vijf ambitieuze ondernemers gingen met elkaar in gesprek over hun bedrijfs- en maatschappelijke bijdrage. Het gaat om People’s Farm (Maasbree), fruit- en hopteler Roger Wouters (Reijmerstok), fruitteler Lion Kniest (Baarlo), bioteler Bioverbeek (Velden) en melkveebedrijf Guido van Hoven (Eckelrade). Deze koplopers leveren niet alleen voedsel, ze leveren indirect ook diensten voor het landschap en de maatschappij. Daarmee hebben ze impact op de bodemvruchtbaarheid, het waterhuishouden van de bodem, de CO2-opslag en de biodiversiteit in de omgeving. Voor de consument is dit echter nog niet zichtbaar en kan daardoor het onderscheid met andere bedrijven dus nog niet op waarde schatten.
Discussie over prijs
Soil and More Impacts heeft de kostenberekeningen gemaakt per hectare. Als deze kosten zouden worden teruggerekend naar een prijs per product kom je vrij hoog uit, wat een onrealistische ‘markt’prijs’ van groenten, fruit en melk uit Limburg zou weergeven. De rekenmethodiek volgens het TCA-principe is nog volop in ontwikkeling. Wat duidelijk wordt is dat negatieve externe effecten nu nog beter gekwantificeerd kunnen worden dan positieve.
De Provincie Limburg is een van de eerste provincies die hiermee aan de slag is gegaan. Gedeputeerde Hubert Mackus van Landbouw wil het belang hiervan ook toelichten in Den Haag en Brussel. Mackus: “De discussie over prijs moeten we met z’n allen voeren, dan pas kunnen we echt stappen maken.”
Vervolg met speeddates
Uit het onderzoek is opnieuw duidelijk geworden dat alle gemaakte kosten voor het produceren van voedsel niet in verhouding staan tot de prijs die door inkooporganisaties en uiteindelijk de consument wordt betaald. Het systeem is niet langer houdbaar en zal moeten veranderen.
Als vervolgstap zal de Werkgroep Korte Ketens speeddates gaan organiseren tussen cateraars en duurzaam producerende agrarisch ondernemers.
Doe ook mee
Wil je meer weten over deze speeddates? Neem contact op met Sanne Minten (sljn.minten@prvlimburg.nl) of Niek Theunissen (niek.theunissen@liof.nl) van de Werkgroep Korte Ketens.