Menselijk landgebruik moet radicaal anders volgens VN-klimaatrapport

Datum van item

9 augustus 2019

Categorie van item:

Nieuws

Aantal likes:

Aantal reacties:

0 reacties

Aantal weergaven:

34x bekeken

Afgelopen donderdag presenteerde de VN-klimaatorganisatie IPCC een nieuw rapport over de wisselwerking tussen klimaatverandering en menselijk landgebruik. De belangrijkste conclusie van het rapport is dat er tussen 2050 en 2100 een wereldwijd voedseltekort als gevolg van klimaatverandering plaatsvindt. Het huidige menselijk landgebruik en voedselverspilling speelt hierbij een cruciale rol. Een radicale omslag in menselijk landgebruik is volgens IPCC noodzakelijk, willen we klimaatveranderingen stoppen, voedselvoorziening veilig stellen en de resterende biodiversiteit beschermen.

In het rapport waarschuwt IPCC voor de grote gevolgen voor de landbouw en de wereldwijde voedselvoorziening door onder andere verwoestijning. Klimaatveranderingen en niet duurzaam landgebruik versterken elkaars effect en zorgen voor verslechtering van landbouwgronden, waardoor de gemiddelde voedselproductie per hectare dreigt af te nemen. Een enkele maatregel is niet voldoende om het gehele probleem aan te pakken. Het is daarom noodzakelijk om te kijken naar het grote plaatje: de uitstoot van vervoer, industrie, de energiesector en het verduurzamen van menselijk landgebruik.

Oplossingen door gezonde bodem

Volgens het IPCC heeft de mens 72% van het totale beschikbare landoppervlak op aarde intensief in gebruik, een kwart daarvan is gedegradeerd land. Dat betekent dat meer landbouwgrond nodig is om te kunnen voorzien in de (stijgende) voedselvraag. Dit leidt automatisch tot vernietiging van resterende natuurgebieden. Terwijl deze natuurgebieden juist noodzakelijk zijn tegen klimaatverandering en voor het behoud van de biodiversiteit. In het rapport zijn ook een aantal oplossingen genoemd, zoals het verkleinen van de voedselvraag door een meer plantaardig dieet, minder voedselverspilling en een duurzaam bodemgebruik, waardoor bodemuitputting wordt voorkomen.

Een populaire oplossing is het invoeren van biobrandstoffen. IPCC meldt in het rapport echter dat de groeiende vraag naar biobrandstoffen juist meer landbouwgrond vraagt dan de mens nu al in gebruik heeft.

Nederland goed op weg

Volgens hoogleraar voedseltechnologie aan de WUR, Louise Fresco en Chris de Visser, hebben de agrarische sector en het agrarisch onderwijs al diverse manieren bedacht om de voedselproductie op een duurzame manier te verhogen. De universiteit is bezig met een proef strokenteelt. Verschillende gewassen staan in stroken naast elkaar, waardoor ziekten in gewassen zich minder gemakkelijk kunnen verspreiden, zoals dat wel het geval is bij monoteelt. Mede door bermbloemen zijn gewassen beter beschermd tegen ziekten en plagen, zijn minder bestrijdingsmiddelen nodig en wordt biodiversiteit gestimuleerd. De opbrengst per gewas kan tot 25 procent hoger ligger dan bij monolandbouw. Nadeel van strokenteelt is dat het nu nog arbeidsintensief is. Inzet van drones of robots moet dit in de toekomst veranderen.

Voedselverspilling tegengaan

Een Nederlander gooit jaarlijks gemiddeld 41 kilo eten weg. Door voedselverspilling zoveel mogelijk te voorkomen en slim om te gaan met reststromen, kunnen zowel producenten als consumenten nu al bijdragen. De WUR schat dat 40 tot 50 procent minder voedselverspilling haalbaar is. Daarbij zullen bedrijven in de keten onderling moeten samenwerken om tot slimme oplossingen te komen. In Nederland en in Limburg zijn vele inspirerende voorbeelden te vinden die verspilling tegengaan. Je leest er alles over in het achtergrondartikel op Kiempunt.

Onenigheid over juiste oplossingen

Tijdens de klimaatconferentie zijn landen verdeeld over de oplossing voor het klimaatprobleem. Landen met grote resterende bosoppervlakten pleiten juist voor een grotere rol van biobrandstoffen in het internationale klimaatbeleid, terwijl landen met droogte en verwoestijning hierop tegen zijn. Zij pleiten veelal voor herbebossing.

Nederland voorop in duurzaam boeren

LLTB-woordvoerder Roel Boots vertelt dat boeren het al heel goed doen wat betreft innovatie en duurzaamheid. "In de periode 1990-2016 zijn de boeren verantwoordelijk voor 19 procent minder uitstoot van broeikasgassen. In 2016 was 81 procent van de boeren zelfvoorzienend qua energie. De boeren zullen blijven innoveren, vooral rond bodemgesteldheid." De LLTB is financier van het lectoraat bodem aan de HAS Hogeschool. “De bodem is voor boeren en tuinders de basis, daarom vinden de LLTB en onze leden het van belang daarin te investeren. De efficiëntste en duurzaamste boeren van de wereld zitten in Nederland. De hele wereld kijkt met respect naar hoe onze boeren en tuinders ondernemen.”

Ook Hubert Mackus, gedeputeerde Landbouw, is positief over de stappen die Limburgse boeren, tuinders en andere agrofood professionals zetten rond verduurzaming en slim gebruik van reststromen. "Boeren, voedselfabrikanten, andere industrie, ze zien steeds meer kansen om door samenwerking en innovatie tot nieuwe, duurzame oplossingen te komen. Iedere schakel in de keten vormt ook een stukje van de oplossing."

Bronnen: Limburger, Nu.nl, NOS, IPCC, LLTB