Op 15 januari sloot de inschrijvingstermijn voor deelname aan de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit maakte daarop bekend dat 503 bedrijven zich hebben aangemeld voor de regeling. Dat is meer dan verwachten en mogelijk ook meer dan begroot is.
De regeling
De Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) is opgesteld met provincies, gemeenten en de sector om bij te dragen aan het verminderen van geuroverlast in veedichte gebieden en het verbeteren van de leefomgeving. Ook draagt de Srv bij aan het terugdringen van uitstoot van stoffen zoals ammoniak.
De subsidieregeling is bedoeld voor varkenshouderijlocaties die geuroverlast voor omwonenden veroorzaken en die willen stoppen. Door deel te nemen kunnen ze een vergoeding ontvangen voor het beëindigen van bedrijf en het waardeverlies van de stallen.
Voorrang
De 503 aanmeldingen waren er zo'n tweehonderd meer dan het ministerie verwachtte. Dat betekent dat de vrijgemaakte 180 miljoen mogelijk niet voldoende zal zijn voor alle boeren. Hoewel het streven is zoveel mogelijk aanvragen te honoreren, zal een selectie plaatsvinden op basis van de geuroverlast: varkenshouderijen met de hoogste geurscore krijgen voorrang.
13 weken
Het ministerie wil de aanvragers binnen 13 weken uitsluitsel geven. In die tijd worden de voorwaarden van aanmelding gecontroleerd en de geurscore vastgesteld. De boeren die in aanmerking komen voor de regeling kunnen in het tweede kwartaal van dit jaar beginnen met de afbouw van het bedrijf. Daarmee hoopt het ministerie in de loop van volgend jaar de eerste resultaten te boeken voor wat betreft het verminderen van de geuroverlast.
Verduurzamen
Naast de varkenshouders die willen stoppen, belooft het ministerie ook hulp voor boeren die op duurzamere wijze verder willen. Voor deze ondernemers komt binnenkort een regeling voor het stimuleren van nieuwe technieken die de uitstoot van schadelijke stoffen uit stallen verminderen. Deze regeling wordt in het voorjaar van 2020 opengesteld en veehouderij-breed ingezet.
Limburg
Hoeveel aanmeldingen voor de subsidie afkomstig waren uit Limburg is niet bekend gemaakt. Hier stopten per 1 januari 2020 al ruim tweehonderd varkens- en pluimveehouders met hun bedrijf. Dat is voor een groot deel het gevolg van het Landelijk Actieplan Ammoniak uit 2009. Alleen veehouders die bereid waren te voldoen aan strenge milieueisen mochten door met hun bedrijf.
Nieuwe opgave
Veel boeren uit Venray (55), Peel en Maas (68), Horst aan de Maas (30), Weert (27), Leudal (23) en Nederweert (14) besloten te stoppen. De beëindiging van zoveel Limburgse veehouderijen betekent nu veel leegstaande stallen. Gedeputeerde Hubert Mackus spreekt van een nieuwe opgave in het proces om aan deze vrijgekomen ruimte invulling te geven.
Tiny houses
Varkensboer Twan Poels uit Meerlo is één van de boeren die stopte. Dat ging niet van de één op de andere dag, maar was een langdurig proces. Langzaam bouwde hij af tot afgelopen december de stallen helemaal leeg waren. In de afgelopen jaren is er op het 4,5 ha grote bedrijf een paardenpensioen gekomen en er staan enkele stacaravans.
Na de zomervakantie worden de oude varkensstallen gesloopt. Op die plek zullen tiny houses komen, kleine geheel zelfvoorzienende units. "Daarnaast wil ik een voedselbos maken waar de bewoners zelf vruchten, noten en kruiden kunnen plukken,” aldus Poels.
Bron: Ministerie van LNV, 1Limburg, Dagblad de Limburger