De kersverse vicevoorzitter van de LLTB, Thijs Rompelberg, is betrokken bij het programma LOF. Nieuwe Oogst ging met hem in gesprek over deze nieuwe stap in de korte keten.
Vijf Limburgse varkensboeren steken in 1999 de koppen bij elkaar om 'kwaliteitsvlees boordevol smaak' te gaan produceren. Twintig jaar later staat Livar-vlees op de kaart bij slagerijen en horecazaken in heel Nederland. Dit is volgens Rompelberg slechts een van de succesverhalen in de korte keten. "Neem Kuijpers Kip die in Horst aan de Maas de ecologische voetafdruk van kippenvlees zo klein mogelijk weet te houden. Of Hermans Suikermais in Kessel, die én de teelt én het vervoer in eigen handen heeft."
Mensen denken bij de korte keten al snel aan een boerderijwinkel, terwijl het ook grootschalig en gangbaar kan zijn, zegt de bestuurder. "De kern is dat je de afzet in eigen hand neemt, het eigen verhaal van je product uitdraagt en dit vermarkt." Dankzij het LOF-programma krijgt de korte keten in Limburg een nieuwe dimensie. De doelstelling: een directe verbinding tussen agrariërs als producent en zorginstellingen als afnemer. Met aandacht voor gezond voedsel van lokale bodem, tegen een eerlijke prijs.
Is de korte keten bezig aan een opmars?
"Het aantal initiatieven groeit. De oorzaak is volgens mij dat de afstand tussen de gemiddelde boer en burger te groot is geworden. Daardoor komt vaker de vraag op: waar komt mijn voedsel eigenlijk vandaan? Uiteraard kan niet elke ondernemer die nu voor de wereldmarkt produceert een plek verwerven op de lokale markt. Maar kansen zijn er zeker.
Het is volgens mij belangrijk dat een korte keten past binnen je bedrijfsvoering en bij jou als persoon. Binnen het LOF-programma komen verschillende persoonlijkheden en visies samen. Dat belooft nieuwe inzichten en de kans om van elkaar te leren."
Wat spreekt u nog meer aan in dit programma?
"Als zorginstellingen voedsel uit de buurt inkopen, groeit automatisch de aandacht voor versheid en de smaak van producten. Veel vitamines en mineralen zijn bovendien goed voor de gezondheid en vitaliteit van met name de ouderen in verpleeghuizen. Daarnaast zie je bij grote afnemers dat de verspilling van voedsel een punt van aandacht is.
Kortom: duurzaamheid, gezonde voeding en een eerlijke prijs voor boeren en tuinders komen in het LOF-programma bij elkaar."
Zijn 'gezondheid, eerlijke prijs en duurzaamheid' ook de thema's voor de toekomst voor agrarisch ondernemers?
"Zeker als je ze wat breder trekt. Gezondheid is onderdeel van gezonde voeding, maar ook van een gezonde leefomgeving en diergezondheid. Duurzaamheid is het brede spectrum van milieumaatregelen. Een goede prijs is nodig om te kunnen ondernemen en te investeren in de toekomst.
Een lastig punt blijft dat mensen als burger hoge eisen stellen aan de landbouw en als consument voor de laagste prijzen gaan. En milieumaatregelen staan soms haaks op maatregelen rondom dierenwelzijn."
In juni 2019 is groen licht gegeven voor het LOF-programma. Wat is de rol die de LLTB pakt?
"Wij faciliteren en kunnen het programma onder de aandacht brengen bij onze leden. Het is een mooie kans om als agrarisch ondernemer bij te dragen aan een betere verse maaltijd voor patiënten, ouderen en cliënten van zorgorganisaties in hun regio. We kunnen ons actief opstellen en meedenken, maar het is uiteindelijk aan de individuele ondernemer of dit hem of haar past."
Gedeputeerde Hubert ziet ook ruimte voor grote ketens in Limburg. Bijvoorbeeld in samenwerking met supermarkten en logistieke partners. Eens of oneens?
"Eens. Het is daarbij belangrijk om elkaar te begrijpen, te versterken en transparant te zijn in een keten. Punt van aandacht is dat iedereen investeert en een fatsoenlijke marge kan behalen."
Waarom hebben zorg en landbouw elkaar de afgelopen jaren niet zelfstandig opgezocht?
"Vanuit zorginstellingen is het lastig om bij tientallen verschillende boeren producten af te nemen. Dat is te duur en te veel werk. Voor de individuele ondernemer is het lastig om een breed pallet aan producten te leveren: vlees, groente, fruit en zuivel in de juiste hoeveelheid en op het juiste moment."
Wat is de oplossing?
"Samenwerken. Als agrariërs onderling, met hulp van een logistieke partner of samen met de huidige leveranciers van de zorginstellingen. Een programma als LOF helpt om partijen en het proces bij elkaar te brengen."
Welke nadelen kent de korte keten?
"Aan de ene kant word je kwetsbaarder als je de eigen afzet gaat organiseren en niet weet hoe dat uitpakt. Aan de andere kant kan het veel voldoening geven, omdat je product niet anoniem op de markt belandt. Ook biedt de korte keten vaak een hogere marge.
Het vraagt daarnaast om een andere vorm van ondernemerschap. Als je een eigen kaasje of worst gaat maken, komen in een keer onderwerpen als voedselveiligheid, leverzekerheid en marketing op je bord te liggen."
Wanneer vindt u het LOF-programma geslaagd?
"Als zorginstellingen ook echt lokaal voedsel gaan betrekken, naar tevredenheid van alle betrokken partijen. Mijn hoop is dat er zaadjes voor de toekomst worden geplant voor duurzame korte ketens. Daarnaast zal het programma zeker bijdragen aan kennis over de lokale markt en kunnen we de komende jaren hopelijk uitbreiden naar scholen, bedrijfsrestaurants, kantines of andere partijen."
Bron: Nieuwe Oogst