Nederlandse landbouwbedrijven halen ongeveer 1,5 miljard euro omzet uit de zogenoemde korteketenverkoop, zo blijkt uit cijfers van het CBS over de periode van het tweede kwartaal van 2019 tot en met het eerste kwartaal van 2020. Het aantal landbouwbedrijven dat omzet uit de korte keten haalt, is gestegen van 10,5 procent in 2017 naar 13,7 procent vorig jaar. De provincie Limburg, waar een op de vijf landbouwbedrijven aan deze zogenoemde korteketenverkoop doet, is koploper in Nederland.
Tussenschakel
Volgens de definitie van het CBS kent korteketenverkoop twee vormen: rechtstreeks op het boerenbedrijf of via één tussenschakel. In het laatste geval vindt de verkoop via één tussenstap plaats, bijvoorbeeld via de horeca, een tuincentrum of detailhandel. De vorm met een tussenschakel is de grootste met 1,2 miljard euro, terwijl de directe boerderijverkoop een omzet van 0,3 miljard euro kende.
Van de verschillende sectoren is de sierteelt degene met de hoogste korteketenomzet (586 miljoen euro), gevolgd door voedingstuinbouwbedrijven (398 miljoen euro) en melkveebedrijven (182 miljoen euro). Akkerbouwbedrijven (108 miljoen euro) en leghennenbedrijven (56 miljoen euro) halen de minste omzet uit de korte keten.
Het gaat interessant zijn te zien hoe de coronacrisis de cijfers gaat veranderen. Initiatieven als Support Your Locals en Local7 hebben het verkopen via de korte keten, zeker de rechtstreekse verkoop, een impuls gegeven. Het effect van de coronapandemie is vooralsnog niet vastgesteld, omdat de huidige cijfers niet verder gaan dan het eerste kwaartaal van 2020.
Maastricht koploper
Tijdens de laatste landbouwtelling (peildatum 1 april 2020) waren er in Nederland zo’n 52,7 duizend landbouwbedrijven. Daarvan behaalden 7,2 duizend (13,6 procent) omzet uit korteketenverkoop. In 2017 waren dat nog 5,7 duizend landbouwbedrijven (10 procent). Gemeenten met veel bedrijven in de sierteelt en voedingstuinbouw zoals het Westland (130 bedrijven), West Betuwe (89 bedrijven), Horst aan de Maas (87 bedrijven), Alphen aan den Rijn (68 bedrijven) en Zundert (67 bedrijven) springen direct in het oog.
In de provincie Limburg zijn 3.659 landbouwbedrijven geteld, waarvan 731 aan directe verkoop aan huis doen. Met deze 20 procent is Limburg de provincie met het hoogste percentage korteketenverkopers. Van deze boeren verkopen er 568 direct aan de consument en 355 via een tussenschakel. Maastricht voert de Limburgse ranglijst aan. Daar verkopen 12 van de 38 boeren (vrijwel) hun producten via de korte keten. Dat komt neer op 31,6 procent. Venlo volgt op de voet met 31,3 procent. Maasgouw staat met 30,8 procent op de derde plek.
Meer lezen over de korte keten in Limburg? Word lid van de Kiempunt groep Korte Ketens of bekijk onze artikelen over dit thema. De cijfers van het CBS over korteketenverkoop vind je hier.