Dinsdag 8 oktober werd het rapport “Toekomstperspectief Tuinbouwketen Limburg+” (TTL+) gepresenteerd aan de belangrijkste partijen in de tuinbouwsector van Zuidoost-Nederland. Het rapport biedt niet alleen een gedetailleerd beeld van de uitdagingen waar de tuinbouwsector voor staat, maar ook van de mogelijkheden om deze sector duurzaam en toekomstbestendig te maken. Een breed scala aan partners heeft verklaard zich gezamenlijk in te gaan zetten voor de uitvoering van de aanbevelingen uit het rapport. Dit onder het motto: “En nu doorpakken”.
Jasper Kuntzelaers, gedeputeerde Landbouw van Limburg en tevens voorzitter van de stuurgroep die het rapport heeft opgesteld: “De tuinbouwsector is van groot belang voor Limburg, Noord-Brabant én daarbuiten. Dit vraagt om een duidelijke visie voor de toekomst. De Nederlandse tuinbouw heeft een productiewaarde van ongeveer 20 miljard euro en een exportwaarde van 28 miljard euro. Een groot deel hiervan komt uit Zuidoost-Nederland. Bijna alle voedingstuinbouwproducten worden geëxporteerd binnen Europa, vooral naar de eigen regio en Duitsland. Daarnaast zijn kennisintensieve tuinbouwproducten, zoals zaden, jonge planten, kassen, teelttechnieken en teelt ondersteunende systemen, wereldwijd zeer gewild.”
Verdere ontwikkeling sector
Het rapport “Toekomstperspectief Tuinbouwketen Limburg+” biedt een routekaart voor de verdere ontwikkeling van deze sector, die cruciaal is voor de regionale economie, werkgelegenheid en duurzaamheid. Het plan richt zich op duurzame productiemethoden, technologische innovatie en het versterken van de samenwerking tussen alle ketenpartners. Hierdoor wordt niet alleen een robuustere tuinbouwsector opgebouwd, maar draagt de sector ook bij aan de bredere maatschappelijke opgaven, zoals voedselzekerheid en klimaatneutraliteit.
“Voor dit rapport is dankbaar gebruikgemaakt van de praktijkkennis van vele tientallen mensen met verstand van zaken en een eerlijke mening. De uitvoering van dit rapport zal een directe impact hebben op de Limburgse en Brabantse samenleving. Dit betekent kansen voor economische groei, behoud van werkgelegenheid en de ontwikkeling van nieuwe technologieën binnen de sector. Het rapport benadrukt ook dat de sector een belangrijke speler blijft in het realiseren van de energietransitie in de regio, door bijvoorbeeld de toepassing van geothermie als duurzame energiebron. Bovendien zal de samenwerking tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen verder worden versterkt, wat bijdraagt aan het versterken van de internationale positie van de regionale tuinbouw”, aldus Jasper Kuntzelaers.
Vijf pijlers
Het rapport is opgebouwd rond vijf centrale thema’s, die samen de basis vormen voor de uitvoering van de toekomstvisie:
- Ondernemerschap en innovatie aanjagen: De samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden moet worden versterkt om het innovatievermogen binnen de sector te vergroten. De oprichting van een “Innovatiemotor” wordt geadviseerd om technologische ontwikkelingen, dataverzameling en sturing binnen de keten te stimuleren.
- Verduurzaming en energietransitie: De tuinbouwsector speelt een belangrijke rol in de energietransitie. Het rapport stelt dat verduurzaming van de sector cruciaal is om toekomstbestendig te blijven. Geothermie kan bijvoorbeeld een duurzame energiebron zijn voor de glastuinbouw. Hiervoor moeten echter nog enkele barrières worden weggenomen, zoals onzekerheid over de seismische risico’s.
- Toekomstbestendige teeltmethoden: Innovatie is ook nodig op het gebied van teelt. Dit omvat plantgezondheid, waterbeheer, veredeling en gewasbescherming. Een van de concrete voorstellen is de oprichting van een Fieldlab op de Brightlands Campus Greenport Venlo, dat zich richt op plantaardige innovatie en duurzame teeltmethoden.
- Herverdeling van fysieke ruimte: De ruimte voor de tuinbouw moet efficiënter worden benut. Het rapport pleit voor een geïntegreerde aanpak waarbij gemeenten, provincies en waterschappen samenwerken om de beschikbare ruimte op de juiste manier in te zetten. Dit betekent dat intensieve teelt op geschikte plekken moet plaatsvinden, zodat elders ruimte kan worden gecreëerd voor extensievere toepassingen.
- Arbeidsmarkt en talentontwikkeling: Het rapport stelt dat de sector meer moet doen om aantrekkelijker te worden voor werknemers. Dit betekent dat er meer aandacht moet komen voor talentontwikkeling en aansluiting van onderwijs op de behoeften van de sector. Tegelijkertijd moeten de leefomstandigheden voor arbeidsmigranten worden verbeterd, met geschikte woonruimte en voorzieningen. Het versterken van de integratie van arbeidsmigranten in de lokale gemeenschappen is hierbij een belangrijk aandachtspunt.
Samenwerking voor een duurzame toekomst
De ondertekenaars van de intentieverklaring bevestigen hun gezamenlijke inzet om de aanbevelingen uit het rapport tot uitvoer te brengen. Dit betekent dat er een sterkere samenwerking komt tussen alle ketenpartners, van producenten en verwerkers tot overheden en kennisinstellingen. Greenport Venlo wordt gezien als een belangrijk platform voor deze samenwerking, maar ook de verbinding met Zuidoost-Brabant en omliggende grensregio’s wordt verder versterkt.
De toekomst van de tuinbouw in Zuidoost-Nederland is nauw verweven met de uitdagingen van klimaatverandering, energie en voedselzekerheid. De samenwerking die vandaag is bekrachtigd, geeft een belangrijke impuls aan het versterken van de sector, zowel op regionaal als internationaal niveau. De ondertekenaars van de intentieverklaring zijn: Provincie Limburg, Gemeenten van Regio Noord-Limburg, Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB), Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO), Rabobank Limburg, Glastuinbouw Nederland, Greenports Nederland, ZON NV, Glastuindersplatform Zuidoost-Nederland, Brightlands Campus Greenport Venlo, Universiteit Maastricht, Fontys, Greentechlab en de HAS green academy.
Sterker positioneren
Het rapport benadrukt verder het belang van een sterkere communicatie over de sector. De tuinbouwketen in Zuidoost-Nederland moet zich profileren als koploper in de duurzame productie van gezonde voeding binnen een circulaire economie. Door deze communicatie te versterken en een gezamenlijke lobby te organiseren, kan de sector zich sterker positioneren op nationaal en Europees niveau.
“De tuinbouwsector in Zuidoost-Nederland heeft met dit rapport een duidelijke route naar de toekomst. De gezamenlijke inzet van alle betrokken partijen, zoals vastgelegd in de intentieverklaring, markeert het begin van een nieuwe fase voor de sector. De uitdagingen zijn groot, maar de kansen om een toekomstbestendig en internationaal erkend cluster op te bouwen, zijn even groot. Het is nu aan de sector om de volgende stappen te zetten en de ambities waar te maken”, aldus Jasper Kuntzelaers.