Een bibliotheek vol kennis over circulaire materialen zoals urine, haar en algen

Datum van item

6 november 2024

Categorie van item:

Praktijkverhalen

Aantal likes:

Aantal reacties:

0 reacties

Aantal weergaven:

10x bekeken

Een on- en offline bibliotheek, maar dan voor duurzame materialen zoals mensenharen, urine en betonafval. Dat is de kern van het Future Materials programma, geleid door de Italiaanse Giulia Bellinetti, werkzaam in de Jan van Eyck Academie in Maastricht. Ze won er de Marc Cornelissen Brightlands Award mee: 35.000 euro en toegang tot het waardevolle netwerk van Brightlands en haar partners.

h2
award

Voor het succes van een circulaire economie is het belangrijk dat de creatieve sector, het bedrijfsleven, architecten en bouwers elkaar beter gaan vinden. Er is namelijk al een schat aan bijzondere en duurzame materialen uitgevonden die staat te springen om gebruikt te worden voor allerlei toepassingen. Om het aanbod van deze materialen te koppelen aan de mensen die ermee aan de slag willen, werd in 2020 de Future Materials Bank opgericht: een openbare database van honderden verschillende materialen, voorzien van omschrijving, ingrediënten en uitvinder. Wil jij zo’n materiaal gebruiken? Dan hoef je alleen maar via de database een lijntje uit te gooien naar de persoon die erachter zit.

 

Mindset veranderen

“Met Future Materials willen we kennis verspreiden over duurzame materialen die zijn ontwikkeld door kunstenaars en ontwerpers”, zegt Bellinetti. “Dit kunnen bijzondere materialen zijn van bijvoorbeeld haar, urine of algen, maar bijvoorbeeld ook bekende materialen van gerecycled hout, papier of beton. Aan de ene kant willen we met de database de mindset veranderen van hoe mensen naar reststromen kijken. Sommige materialen zien er esthetisch fantastisch uit, maar hebben een oorsprong uit afval. Aan de andere kant willen we de kloof dichten tussen kunstenaars, wetenschappers, ontwerpers en architecten. Waar op de wereld ze ook wonen, met de database van Future Materials kunnen ze elkaar vinden en kennis uitdelen over circulaire materialen.”

 

Beton, hout, algen en gras

Bellinetti richt zich in eerste instantie op de creatieve industrie, in haar ogen een onderbelichte sector als het gaat om de circulaire economie. “Kunstenaars onderling kunnen elkaar helpen in hun zoektocht naar duurzamere grondstoffen, bijvoorbeeld door acrylverf te vervangen door een natuurlijke variant.” Maar ook de bouwsector kan profiteren van de database. “Future Materials laat in de eerste plaats zien wat de mogelijkheden zijn voor afvalstromen die uit de bouw afkomstig zijn, zoals beton en hout. Daarnaast biedt het platform ook inspiratie voor nieuwe bouwmaterialen, gemaakt van bijvoorbeeld grassen en algen.”

 

Bibliotheek vol materialen

Inmiddels bevat de digitale database ruim vierhonderd verschillende materialen. Daarvan liggen zo’n 160 materialen ook daadwerkelijk opgeslagen in het Future Materials Lab in Maastricht. “Voor materialen bedacht door kunstenaars in Nieuw-Zeeland of materialen gemaakt van specifieke inheemse plantensoorten is het in het kader van duurzaamheid minder logisch om ze hierheen te halen”, zegt Bellinetti. “Maar we zijn de bibliotheek nog steeds aan het uitbreiden. Binnenkort gaan we verhuizen naar een nieuwe, grotere locatie binnen de Jan van Eyck Academie.”

h2
database

Netwerk Brightlands

Met haar idee won Bellinetti eerder deze maand de Marc Cornelissen Brightlands Award, een innovatieprijs ter waarde van 35.000 euro die elk jaar wordt uitgereikt aan duurzaamheidspioniers. Het prijzengeld wil Bellinetti investeren in de verdere ontwikkeling van de database en het uitbouwen van haar bedrijfsplan. Maar nog belangrijker voor haar zijn de deuren die de award opent naar het netwerk van Brightlands zelf. “Het netwerk van Brightlands en Chemelot is heel erg waardevol. Na het winnen van de award worden we voortdurend in contact gebracht met grote bedrijven, start-ups en andere makers die aan de slag willen met duurzame materialen.”

 

Gezond verdienmodel

Het Future Materials programma is inmiddels verzelfstandigd tot een autonome stichting. Op die manier blijft de materialenbank vrij toegankelijk voor creatieve makers. Uiteindelijk moet de stichting een gezonde mix van inkomsten krijgen, variërend van subsidies, sponsors en klanten. “We zitten te denken aan verschillende smaken van lidmaatschap, bijvoorbeeld een model voor designers en start-ups, oplopend naar licenties voor grote bedrijven en investeerders. Zo kan de stichting bijvoorbeeld betaalde consultancyopdrachten en workshops ontwikkelen en individuele makers aan innovatieve bedrijven koppelen. Om te overleven is een gezond en divers verdienmodel in ieder geval essentieel.”

 

Bron: change.inc

h2