De grootste doorbraak in de tuinbouw van het afgelopen jaar? Peter Korsten, CEO van de Botany Groep, hoeft er niet lang over na te denken. ‘In de autonome teelt deden computers het voor het eerst beter dan telers.’
Computers, machines, artificiële netwerken die een hogere kwaliteit halen dan de telers. En dit is nog maar het begin. ‘Het afgelopen jaar is er echt verschil gemaakt’, zegt Peter Korsten (1971) in Villa Flora op Brightlands Campus Greenport Venlo, waar hij een van de stuwende krachten is.
Liefst zes bedrijven heeft hij in portefeuille. Allemaal actief in productontwikkeling in de agrosector: Botany (test en ontwikkelt nieuwe teeltwijzen), Exploras (open teelten), Brightbox (expertisecentrum voor daglichtloze meerlagenteelt), Asperico (kennis- en ontwikkelpartner voor hard- en steenfruit), Innexo (onderzoek naar moleculair farming), Innoveins (plant, techniek, business development en innovaties) en Innoveins Seed Solutions (onderzoek in zaadtechnologie). Ze houden zich kort gezegd bezig met research & development in de tuinbouwsector. Peter Korsten geldt zelf als een specialist op het gebied van plant en hightech.
Toch maar even voor de zekerheid: is dat goed nieuws dat de teelt wordt overgenomen door computers? ‘Voor deze sector wel’, zegt Peter Korsten. ‘We hebben in Nederland en West-Europa moeite om mensen enthousiast te krijgen voor teelt en productie van groentegewassen. Dat probleem wordt steeds groter. Het gaat daarbij niet alleen om de handjes maar ook om de techniek. De vergrijzing speelt ons al jaren parten. De gemiddelde leeftijd van de teler met groene vingers is vrij hoog; de jonge generatie zoekt het in automatisering. Jongeren worden langs die kant weer enthousiast voor ons vak.’
"In 2050 kunnen we misschien zeggen dat we de wereld circulair kunnen voeden voor de komende vijfhonderd jaar."
Tomatenkwekers
Korsten groeide op als zoon van een tomatenkweker in Panningen. ‘Ik zie echt wel een grote kloof tussen mijn generatie en die daarna. Wij zijn de laatste generatie van telers die opgroeide en meewerkte op een tuinbouwbedrijf. De bedrijven zijn veel groter geworden en dan zie je ook dat de afstand tot de telerfamilie groter wordt. De nieuwe generatie komt niet meer uit de sector. Die wordt vooral enthousiast over het produceren van veilig voedsel in combinatie met biologie, techniek en automatisering. Ik denk zelf dat vertical farming (telen in laagjes zonder grond, red.) als combinatie van techniek en plant jongeren aanspreekt.’
Dat die ontwikkelingen zo snel zouden gaan, kwam niet echt als een verrassing. ‘Eind jaren negentig werd al voorspeld dat een middelgroot bedrijf als dat van mijn ouders met 1,2 hectare het niet zou gaan redden. Het moest naar tien, vijftien hectare. Dan heb je andere kwaliteiten nodig, dan moet je ook een manager zijn. Mijn generatie liep al tegen die zogenaamde charme op om zes dagen per week van ‘s morgens vijf tot ’s avonds tien te werken. Mijn vader, inmiddels met pensioen, deed alles zelf, die ging van licht tot donker het veld op. Daarmee red je het nu niet meer.’
Hightech
Korsten houdt zich bezig met alles wat een plant kan beïnvloeden. Hij heeft nooit getwijfeld aan de toekomst van de sector. De vraag naar verse voeding groeit immers alleen maar. Maar met de intrede van de techniek had hij wel wat uit te leggen. ‘Het mooiste voorbeeld is vertical farming. We zijn een jaar of tien geleden begonnen met planten telen zonder daglicht in boxen. Toen we in 2015 hier op Brightlands Campus Greenport Venlo de Brightbox bouwden, was er een trend naar biologische producten. En dit was een hightech-product. Er kwam best wel weerstand vanuit de biologische hoek: het is niet natuurlijk, er is geen zand, je ziet geen klompen. Toen we net startten kwamen veel mensen langs, we wilden ook echt laten zien wat we aan het doen waren, dus we hebben het heel vaak uitgelegd.’
Men vond het apart. Korsten schetst de beeldvorming: alleen planten die uit de grond komen kunnen gezond zijn. Inmiddels weet hij wel beter. ‘Het gaat er niet om of het biologisch of niet is, het gaat erom of het voedsel veilig en schoon is, niet bewerkt met pesticiden, maar beschermd met producten van natuurlijke oorsprong. Jonge gezinnen willen vers, veilig en gezond voedsel. Wij kunnen met onze innovaties de plant gezonder maken en omdat jonge mensen meer zijn opgegroeid met techniek hoeven we hen dat niet meer uit te leggen. Dat er geen pesticiden op zitten, is inmiddels belangrijker dan de teeltwijze die je hanteert.’
Weelderige natuur
Zeker, ook voor Peter Korsten zelf heeft voedsel uit de fabriek een bijsmaak. Hij herinnert zich dat in zijn jeugd overal weelderige natuur was. ‘Overal waren planten, zelfs binnen in huis, er was veel bos, het geurde overal naar groen, de natuur prikkelde je zintuigen. Dat is helemaal verdwenen, tuinen zijn van steen en kunstgras, in de steden zijn de bomen gekapt: tweehonderd jaar oud geen bezwaar. Maar de oude schoorsteen van de fabriek moest blijven staan..’
Van het terugbrengen van dat gevoel van vers en fris heeft hij inmiddels zijn missie gemaakt. ‘Ik wil dat groene leven terugbrengen. Vers voedsel is daar een onderdeel van. Vers is maar één dag oud, is gezond en het zou overal in de hele wereld beschikbaar moeten zijn. Het is een keuze: we kunnen hele gezonde voeding maken maar je kunt ook voeding maken waar niks méér in zit dan water en een beetje cellulose. Maar ik kan ook sla maken die wél gezond is en rozen kweken die wél geuren.’ Er is weer aandacht voor smaak en geur, merkt hij. ‘Voor jongeren is lekker eten weer een beleving.’
Geleidelijk
Geleidelijk
Natuurlijk heeft gezond en vers een prijs. Koop je een bosje rozen uit Afrika voor 2,50 euro of goed geurende sterke Nederlandse rozen voor het dubbele? Zelf zweert hij bij Nederlandse producten. Hij noemt het een lichte vorm van beroepsdeformatie dat hij in elke groentewinkel of supermarkt informeert naar de herkomst. ‘De lat ligt hier zo hoog, dat is een garantie voor veilig voedsel.’ Maar er moet natuurlijk wel verdiend worden. Dus: maak je een product dat goed is voor de aarde of goed voor de portemonnee? ‘Dat is best lastig, het gaat stapje voor stapje. Ik zeg: laten we het nu goed doen maar het gaat geleidelijk. Je kunt niet alles in één keer veranderen.’
Onderzoek
Is dit het verhaal van de Wasserbombe terug naar de tomaat? (In Duitsland werd de Nederlandse tomaat ooit als Wasserbombe, een waterbom, betiteld, red.) Peter Korsten: ‘Juist dankzij dat opgeklopte verhaal over de Wasserbombe hebben we nu een enorme variatie aan tomaten. Je kunt nog steeds tomaten kopen voor vijftig cent de kilo, maar ook de heerlijke honingtomaatjes. Nu willen we de tomaat nog gezonder maken. Voor ouderen, voor jonge kinderen, andere smaken, andere kleuren. Qua smaak, uiterlijk, voedingswaarde en gezondheid valt er nog heel wat te ontwikkelen. Wanneer is een tomaat gezond? Wat maakt dat een tomaat gezonder kan worden? Moet die dan meer vitamines bevatten? Antioxidanten? Bepaalde oliën? Dat hangt niet af van de tomaat maar van het dieet. Je kunt een tomaat wel van extra vitamines voorzien maar neemt het lichaam die wel op? Daar is nog steeds onderzoek voor nodig.’
Dat klinkt als maatwerk. En hoe zit het dan met de rest van de wereld? ‘Hier hoeven we niemand meer aan groenten te helpen, wel in de rest van de wereld. Daar kun je de snelste stappen maken. In landen waar je niet aan water kunt komen, kun je beter een fabriek bouwen waarin planten groeien. Je hebt er veel zon waardoor je makkelijk elektriciteit kan opwekken en groentes verbouwen. Je zal in de toekomst zien dat we omwille van de voedselveiligheid steeds meer groenten binnen zullen kweken.’ Uiteindelijke doel: ‘Iedereen moet aan eerlijk en lekker voedsel komen’, stelt de CEO van de Botany-bedrijven.
Nieuwe aanwas
De keuze van Korsten voor Brightlands Campus Greenport Venlo is een logische: ‘Wij zitten hier omdat we uit de regio komen en we blijven hier omdat de ontwikkelaars en de ideeën hier vandaan komen. Op deze campus vindt de innovatie plaats in de dagelijkse praktijk. Hier zitten mensen die het beter of anders willen doen.’
Wat niet wegneemt dat hij nog voldoende massa mist. ‘Eigenlijk hebben we meer innovatieve partijen nodig. Bedrijven die samen met anderen innovatie willen oppakken, start-ups, innovatieve studenten en bedrijven. Je hebt hier goede nieuwe aanwas, maar omdat de omgeving hier nog erg in zichzelf gekeerd is, zie je dat de echte innovators de makkelijke weg kiezen, dus voor de hele grote bedrijven waar ze makkelijker kunnen groeien. Maar er is veel talent hier. De HAS heeft nog steeds een behoorlijke aantrekkingskracht.’
"Het mooiste hier op de campus is de interactie tussen de universiteit met studenten en bedrijven. Innoveren is elkaar tegenkomen, snappen welke behoefte er is en welke mogelijkheden er zijn."
Kunstmatige intelligentie
Ook voor de tuinbouw zit de toekomst in de kunstmatige intelligentie. ‘Daar zie je grote doorbraken op teeltgebied, maar ook op een natuurlijke manier van telen. We zitten met zaadcoatingontwikkeling heel erg op plasticvrij maken van producten. En we doen veel op gewasgezondheidsgebied. Daar zie je nu langzaam de eerste doorbraken, producten van natuurlijk oorsprong die hetzelfde kunnen als chemische producten.’
Lama's
Heel concreet noemt hij meeldauwbestrijding met behulp van een vaccin dat uit een lama komt. Een lama maakt zelf bepaalde antistoffen aan tegen ziektes. Die kunnen uit lamamelk worden gehaald en ingebracht in producten waarmee meeldauw op een tomaat bestreden kan worden. ‘Niet alle pogingen zijn even succesvol gebleken. Het kost tijd. Nieuwe planten maken kost ook minstens vijftien jaar. We zijn nu zo ver dat we ons kunnen meten met de chemie. We bestaan nu twintig jaar en komen nu pas ergens. Maar we moeten nog honderden zo niet duizenden chemische producten gaan vervangen. Dat betekent dat we stapje voor stapje af kunnen stappen van producten met een niet natuurlijke oorsprong. In 2050 kunnen we misschien zeggen dat we de wereld circulair kunnen voeden voor de komende vijfhonderd jaar.’
Draagvlak
Peter Korsten gelooft er heilig in dat Brightlands Campus Greenport Venlo daar een grote rol in kan vervullen. ‘Het mooiste hier op de campus is de interactie tussen de universiteit met studenten en bedrijven. Innoveren is elkaar tegenkomen, snappen welke behoefte er is en welke mogelijkheden er zijn. Dat werkt anders dan op een hightech campus, waar iedereen met techniek bezig is en niemand weet waarom je een tomatenplant water moet geven. Hier zie je die mix. Negen van de tien innovaties komen door toeval. Je moet het organiseren, maar het toeval speelt altijd een rol. Een student die hier aan tafel enthousiast vertelt wat hij doet, kan mij op het idee brengen: ‘hé, als hij dat kan, kan hij misschien ook mijn probleem oplossen’. Dit is iets waar mijn hart sneller van gaat kloppen. Met een bestaand bedrijf zet je een bestaande lijn door, hier kun je out of the box denken. De echte veranderingen creëer ik niet op kantoor in Horst-Meterik. En het draagvlak is groot hier: provincie, gemeenten, bedrijven, ze zien het belang. Maar we moeten het meer laten zien. Dat is een opgave. We moeten een kas hebben waar we kunnen laten zien dat we innovatief met voeding en planten bezig zijn. En die komt er ook. Wat je ziet, beleef je.’