Akkerbouwer Rudolf Kempener: 'Beregenen blijft pure noodzaak'

Datum van item

9 maart 2022

Categorie van item:

Praktijkverhalen

Aantal likes:

Aantal reacties:

0 reacties

Aantal weergaven:

126x bekeken

Agrarisch ondernemer Rudolf Kempener uit Eijsden in Zuid-Limburg vindt dat de klimaatverandering om een andere manier van ondernemen vraagt. ‘Beregenen blijft zeker in de nabije toekomst pure noodzaak.’

 

Voornamelijk uienteelt

De voornaamste tak binnen het akkerbouwbedrijf in Eijsden is de uienteelt. ‘Maar we doen ook wintertarwe en mais en bieten.’ Om het bouwplan rond te krijgen, doet het bedrijf aan grondruil. ‘Een collega-boer zet bij mij aardappelen en ik op zijn grond uien.’ Kempener teelt de uien één op zes. Met de grondruil houdt de Limburgse ondernemer een ruim bouwplan. Daar wil hij niet op in boeten.

‘Die collega beschikt bovendien over de mogelijk om mijn uien te beregenen. Daarmee zijn we in 2018 begonnen. Dat hebben we voor die tijd nooit gedaan, maar in dat jaar hadden we voor de eerste keer te maken met een echt droge zomer. Daarvoor waren er ook droge zomers, maar niet zo extreem als in 2018’, geeft Kempener aan.

‘In dat jaar hebben we onze eerste regenhaspel aangeschaft, gewoon om te redden wat er nog te redden viel.’ Die investering had Kempener min of meer gevoelsmatig gedaan. ‘Ook met de gedachte dat zulke droge zomers wel vaker plaats zouden vinden. Dat bleek in drie opeenvolgende jaren inderdaad het geval te zijn.’ Met de droogte viel het in 2021 wel mee. ‘Ik heb alleen de plantuien een keer moeten beregenen, terwijl nog geen zes weken later door de extreme regenval alles verzoop.’

"Dit jaar was het alle hens aan dek om de schimmels uit het gewas te houden."

Gele en rode uien

Gele en rode uien

Dit jaar was het alle hens aan dek om de schimmels uit het gewas te houden, geeft Kempener aan. ‘Beregenen wil je als ondernemer liever niet, maar dat heb je wel meer in de hand dan extreme regenval. Er zit dit jaar meer tarra in de uien, omdat de uien vrijwel continu met de wortels onder water hebben gestaan en daar kan een ui niet goed tegen’, legt hij uit.

‘We starten al een aantal jaren met de teelt van plantuien en daarna de gele zaaiuien die de opslag ingaan, zodat we de hele winter kunnen sorteren. Ook hebben we zo’n 2 hectare rode zaaiuien voor de nichemarkt. Die markt is een stuk kleiner, ook omdat de rode ui met name wordt verwerkt in salades’, stelt de ondernemer.

Kempener nam het bedrijf in 2020 over van zijn vader, die zelf wel nog meehelpt. Net als zijn twee dochters. ‘Het overgrote deel van de uien verwerken we zelf. Dit wil zeggen dat we ze op maat sorteren en inpakken.’ De kleinere maat, 45-60, is bestemd voor de kiloverpakking. Eenmaal verpakt gaan de uien voor de handel naar grossiers.

Teelt en de verkoop van gaan vrijwel jaarrond door. Kempener: ‘We hebben uien tot en met juni. Dan liggen we twee maanden stop. In die periode komen uien voor de verkoop uit het buitenland. Hoewel we ook suikerbieten, snijmais en wintertarwe telen, is de ui voor ons het belangrijkst.

Boerderijwinkel niet rendabel

Tot zo’n zeven jaar geleden had het bedrijf nog een eigen boerderijwinkel, maar dat bleek niet meer te combineren en niet meer rendabel. ‘Mijn vader stond hoofdzakelijk in de boerderijwinkel’, zegt Kempener. ‘Stel dat je daar een vaste medewerker voor zou aannemen, dan was het meteen een stuk minder interessant.’

De ondernemers hadden best een uitgebreid assortiment, met sinaasappels, boontjes, tomaten en sla. ‘Toch kiezen mensen voor het gemak en dan met name voor de supers in de buurt, zoals Lidl, Plus en Aldi. Daar is alles te krijgen’, redeneert Kempener.

 

Bewustwording van tijdelijke aard

In de coronatijd was sprake van een lichte piek in het kopen bij de boer, maar dit lijkt hier een stukje bewustwording van tijdelijke aard te zijn geweest. Het kopen bij de boer is in de omgeving van Eijsden sowieso stukken minder geworden, constateert Kempener. ‘Terwijl wij vroeger veronderstelden dat de consument bij ons de rij zou moeten staan.’

Van de eerste coronagolf heeft Kempener bedrijfsmatig niet echt iets gemerkt. ‘Je zag dat mensen meteen aan het hamsteren sloegen. Bij ons liep alles nog harder door dan voor corona. Het had ermee te maken dat markten gingen sluiten en er te weinig producten binnenkwamen.’

 

Klimaatverandering

De ondernemer wil voorlopig op dezelfde voet doorgaan. ‘Wel vraagt de klimaatverandering om een andere manier van ondernemen. Daar is het beregenen bijvoorbeeld onderdeel van. We moeten in toekomst rekening houden met droogte, vandaar dat we ook alleen uien willen zetten op die plekken waar we kunnen beregenen.’

Wat Kempener nog meer zorgen baart, is het niet mogen gebruiken van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen. ‘Daar wordt nu al flink in geschrapt, terwijl zulk soort maatregelen debet zijn aan een steeds hogere kostprijs.’ Niet alleen de middelen worden steeds duurder, hetzelfde geldt voor kunstmest en loonwerk. ‘Met de tarwe heb ik afgelopen jaar flink gepiekt, maar zet je daar volgend jaar de onkosten tegenover, dan schiet je er in feite nog niets mee op.’

 

Bron: nieuweoogst