Zo’n 6 jaar geleden nam Ruud van Dijck als enige boer deel aan een cursus voedselveiligheid, samen met professionals uit de horeca en catering. De docent schetste een achterhaald en onjuist beeld van de vleessector, waar hij van schrok. Hoe kon het dat iemand die werkzaam is in de keten met zoveel autoriteit complete onzin vertelde over Nederlandse vleesproducenten? Ook in andere gesprekken met mensen ontdekte hij dat er weinig begrip was onder consumenten voor voedselproducenten en de rol van dieren in het voedselsysteem.
Tegelijkertijd verdiepte hij zich in de standpunten en aangeleverde informatie van diverse partijen en moest toegeven dat de sector nog wel wat stappen te maken heeft. Van Dijck besloot te gaan voor een nieuwe manier van varkens houden.
Duurzaamheid, dierenwelzijn en gezonde voeding zijn voor Van Dijck geen abstracte termen meer, maar worden in de dagelijkse praktijk gebracht in zijn bedrijf in Oirlo. Van Dijck: “Omdat het bedrijf dan een toekomst heeft en mijn kinderen – als ze dat mochten willen – het over kunnen nemen. Maar ook omdat ik dan zelf meer uitdaging, plezier en trots uit mijn bedrijf haal. En omdat ik een bijdrage wil leveren aan de kringlooplandbouw, waar minister Schouten zo graag over spreekt.”
Boer Ruud kiest anders
Bij Boer Ruud, de bedrijfsnaam waaronder Ruud van Dijck opereert, krijgen varkens dan ook voer dat voor minimaal 70% bestaat uit lokale reststromen en minimaal soja bevat. De varkens hebben een hoge gezondheidsstatus en hebben vrijwel geen antibiotica nodig. Het vlees heeft het 1 ster Beter Leven keurmerk gekregen. Bovendien wordt de mest op het eigen bedrijf verwerkt voor de productie van nieuwe gewassen. Toch was dat alles nog niet genoeg voor Van Dijck. “Een docent Vleestechnologie van HAS Hogeschool adviseerde me om op zoek te gaan naar een onderscheidend product en zo waarde toe te voegen. Het vlees moest gezonder zijn dan regulier varkensvlees door een hoger gehalte aan omega 3-vetzuren. Dat vond ik een interessante insteek.”
Een meerderheid van de bevolking krijgt namelijk onvoldoende omega-3 vetten binnen via dagelijkse voeding, terwijl dit wel bijdraagt aan een gezonde bloeddruk, hersenen, hart en vaten. De belangrijkste bron van omega-3 vetzuren is vis, maar dat wordt in Nederland maar beperkt gegeten én door overbevissing en verspilling is een alternatieve bron gewenst. Varkensvlees zou een geschikt alternatief kunnen zijn, zeker omdat de vetzuren beter door het lichaam worden opgenomen uit vlees en vis dan uit supplementen. Maar wat moeten de varkens eten om een hoger gehalte omega-3 vetzuren in het vlees te krijgen?
“Door initiatieven als die van Boer Ruud te steunen, kunnen we een nieuwe dynamiek creëren.”
DSM mee aan boord
Als René Bonekamp, werkzaam bij DSM Animal Nutrition, hoort van Van Dijcks plannen is hij direct enthousiast. Hij ziet opvallende parallellen tussen de ambities van Boer Ruud met de ambities van DSM op het gebied van duurzaamheid. Zo wil DSM onder andere bijdragen aan verbetering van de visstanden, verspilling tegengaan en de kwaliteit van voedsel verbeteren. Bonekamp: “We zijn gewend om met grote, internationale partners samen te werken. Maar de vernieuwing komt vaak van kleinere partijen. Die denken echt innovatief en kunnen vrij van complexe organisaties en systemen opereren. Door initiatieven als die van Boer Ruud te steunen, kunnen we een nieuwe dynamiek creëren. We besloten daarom om ons product Veramaris kostenloos beschikbaar te stellen. Dat is een olie gebaseerd op algen en rijk aan omega-3 vetzuren, een duurzaam alternatief voor visolie. Het wordt nu vooral gebruikt in visvoer en we produceren het in de Verenigde Staten. Speciaal voor Boer Ruud hebben we het hier naartoe gehaald zodat hij kon onderzoeken of hij inderdaad het gewenste vleesproduct zou kunnen maken. Voor ons was het ook spannend, want we hadden Veramaris nog niet eerder in varkensvoer toegepast.”
René Bonekamp (DSM Animail Nutrition) en Ruud van Dijck (Boer Ruud)
HAS Hogeschool analyseert: maakt Boer Ruud het waar?
Studenten van de HAS analyseerden vervolgens of de vleeskwaliteit inderdaad verbetert en meer omega-3 vetzuren bevat na het aangepaste dieet. Dat bleek het geval: het vlees bevat 20% meer totale omega-3 vetzuren en ze zagen verdubbeling in de specifieke omega 3 vetzuren DHA en EPA dan regulier varkensvlees. Vervolgens keken de studenten naar mogelijke marketingstrategieën om het product onder de aandacht te brengen. Van Dijck heeft nu een boekwerk vol inspiratie en praktijkvoorbeelden op tafel liggen. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat studenten zouden inventariseren of er al animo was onder ketenpartners het product te omarmen, maar vanwege corona was dat niet mogelijk. Van Dijck: “Ook een smaaktest hebben de studenten niet kunnen doen. Dat was wel belangrijk, omdat het vlees anders van structuur en smaak zou kunnen worden. Daarom hebben we dat nu zelf getest en ook dat zit gelukkig goed.” In een nieuwe samenwerking met HAS Hogeschool Den Bosch wordt het smaakaspect nog verder onderzocht.
“Als er een ketenpartner opstaat die óók wil inzetten op duurzamer en gezonder vlees, dan ben ik er klaar voor.”
Klaar voor een volgende stap
Hamvraag is nu: hoe verder? Hoe gaat Van Dijck een partij vinden die dit product als gezond en duurzaam alternatief voor regulier varkensvlees in de markt wil zetten? Van Dijck: “Ik ben realistisch: dit heeft tijd nodig. De markt moet er klaar voor zijn en dat is niet van de ene op de andere dag. De consument mist nog veel kennis en bewustzijn over wat echt duurzaam en gezond inhoudt. Afnemers moeten bereid zijn om net iets meer te betalen, zodat we rendabel duurzaam vlees kunnen produceren. En de overheid kan daar ook bij helpen als ze kringlooplandbouw in Nederland echt realiteit willen maken. Tegelijkertijd: ik houd ervan om te anticiperen en om te blijven ontwikkelen. Als er een ketenpartner opstaat die óók wil inzetten op duurzamer en gezonder vlees, dan ben ik er klaar voor. Ik denk dat corona veel partijen heeft wakker geschud en heeft laten zien dat het tijd is voor verandering en dat we als boeren ook zelf het voortouw moeten nemen, niet afwachten.”
Bonekamp beaamt dat: “Dit is een stapje in een lange weg. Ruud heeft de afgelopen jaren al heel wat schouderklopjes gekregen, maar er is meer dan dat nodig om zijn unieke aanpak te verzilveren. Hij heeft ketenpartners nodig die de meerwaarde inzien en met hem de markt op willen gaan. Als DSM willen we naast hem gaan staan en ons netwerk benutten om hem daarbij te helpen.”
Toekomst
Van Dijck zou in de toekomst willen werken met afnemers op basis van een halfjaarlijkse kostprijsberekening. De prijs kan dan waar nodig twee keer per jaar aangepast worden en zo kan duurzaam produceren rendabel en eerlijk naar producent, afnemer en eindconsument.
Hij hoopt 5 oktober Carola Schouten te ontmoeten tijdens de nationale handelsmissie en krijgt ook dan de kans zijn concept te presenteren. Het is weer een stapje op de weg die Van Dijck is ingeslagen.
Partijen die meer willen weten over het concept van Boer Ruud of interesse hebben in samenwerking, kunnen contact opnemen met Ruud van Dijck.
Bronnen: Foodlog, Voedingscentrum, DSM, Boer Ruud