Toch is het allemaal niet zo bijzonder wat er bij Ons Boerenerf gebeurt, zo stelt Van Leeuwen. Er zijn meer grotere varkenshouders in Nederland die zelf voer maken en grote partijen restproducten weten te verwerken tot hoogwaardig varkensvoer. En de duurzaamheidsmaatregelen worden inmiddels ook door veel andere boeren getroffen. “Wat ons misschien wel anders maakt, is dat we de consument bij ons uitnodigen en ons verhaal vertellen. De sector staat er niet altijd positief op en dat komt grotendeels voort uit een gebrek aan kennis. Daarom hebben wij een informatiecentrum op onze boerderij gecreëerd waar de varkens in de stallen op beeldschermen gevolgd kunnen worden en er is een zichtstal. Mijn dochter baat hier een horeca- en vergaderfaciliteit uit, iedere zondag is het hier zoete inval. Zo kunnen we mensen laten zien, horen én ruiken hoe het er echt aan toe gaat op een varkenshouderij. Tijdens presentaties en rondleidingen ontdekken ze dat het anders zit dan ze denken.”
Intensieve veehouderij als noodzakelijk onderdeel van de moderne maatschappij
"5,5 tot 6 ton aan reststromen, waar zou dat naartoe moeten als de veehouders er niet waren?"
In de hele keten gaat in Nederland ongeveer een derde van de voedselproductie verloren. Een groot deel wordt gelukkig verwerkt tot veevoer. Daarnaast zijn er nog grote hoeveelheden reststromen zoals bierbostel, aardappelstoomschillen en soya- of raapzaadschroot, die ook nuttig kunnen worden verwerkt tot veevoer, 60 % voor varkens en 40% voor rundvee.
Van Leeuwen: “In totaal praten we over zo’n 5,5 tot 6 ton aan reststromen! Waar zou dat naartoe moeten als de veehouders er niet waren? In een moderne maatschappij zoals de onze zijn deze reststromen nu eenmaal realiteit. En om duurzaam en rendabel om te gaan met die stromen, heb je een zeker volume nodig. Anders zijn de aangeleverde voedingsmiddelen bedorven voordat het vee het heeft kunnen eten.”
Meer regie, lagere kosten
Zelf voer malen en mengen biedt naast prijsvoordeel ook het voordeel van meer invloed op de samenstelling van het voer. Bij Ons Boerenerf wordt een deskundige ingeschakeld om steeds op basis van de beschikbare grondstoffen het optimale rantsoen samen te stellen. Van Leeuwen: “De voedingsmatrix is zo uitgekiend dat de varkens alle benodigde voedingsstoffen binnen krijgen en we hun vleeskwaliteit kunnen sturen. Door voortdurend het aanbod en de prijzen van grondstoffen te analyseren en te berekenen hoe je de juiste mix kunt krijgen tegen een scherpe prijs, besparen we geld.”
Om zelf te kunnen malen en mengen heeft het bedrijf tonnen geïnvesteerd in apparatuur: een graanreiniger, 2 hamermolens – 1 voor grof en 1 voor fijn – , een voermenger en opslag voor het zelf gemaakte voer. Diverse andere verbeteringen zijn doorgevoerd voor de ideale ‘voerkeuken’, zoals inpandige opslag van de vochtrijke restproducten om bederf en erf-afspoeling te voorkomen.
Van Leeuwen: “FIFO, First In First Out, en automatische reiniging van de opslagen garanderen een schone ontvangst voor elke nieuwe vracht. Daarmee blijft kwaliteit en voedselveiligheid geborgd. Natte verpompbare producten, vochtrijke losgestorte producten of droge producten: we kunnen het nu allemaal verwerken. Het levert een varkensvoer op dat past bij het varken, bij het milieu en bij onze missie: zo duurzaam en veilig mogelijk produceren van kwaliteitsvlees.”
Minder CO2 en fosfaat
Ons Boerenerf is recent met hulp van LIOF en Keyport een pilot gestart om CO2-belasting en het fosfaatgehalte van de producten mee te nemen in de rantsoensamenstellingen. Hiervoor is een geheel andere aanpak nodig bij het vergelijken en monitoren van de beschikbare restproducten. Er is continuïteit nodig in kwaliteit en aanbod van de producten voor het maken van veilig voer. Als de kwaliteit van een bepaald product niet goed is of het aanbod tijdelijk wegvalt, moet direct kunnen worden omgeschakeld naar vervangende producten. Dit is een van de redenen waarom er tot 22 verschillende producten verwerkt kunnen worden. Van Leeuwen: “Om ook de criteria CO2-belasting en fosfaatgehalte mee te kunnen nemen bij de samenstelling, is specialistische kennis en onderzoek nodig. Dankzij deze pilot kunnen we nog veel leren over hoe we moeten reageren op afwijkende situaties.”
De toekomst is schaalvergroting
Van Leeuwen voorziet verdere schaalvergroting van de varkenshouderijen in Nederland, juist in het licht van duurzaamheid en de benodigde investeringen om te voldoen aan regelgeving. “De consument denkt dat grote varkensbedrijven enorm stinken en zien enorme stallen volgepropt met varkens voor zich. Maar dat is helemaal niet de realiteit. Moderne stallen zijn opgedeeld in compartimenten en varkens krijgen de ruimte. We plannen het transport naar het slachthuis zorgvuldig en kiezen voor korte afstanden, zodat de dieren zo min mogelijk ongemak ervaren. Schone hokken, ongediertebestrijding, ventilatie, slimme plaatsing van mestroosters, luchtwassers, uitgebalanceerd voer, automatisering: we investeren veel in verantwoord boeren, voor de varkens, voor de productkwaliteit en natuurlijk voor de omgeving. Ook door al deze maatregelen worden bezoekers vaak aangenaam verrast.”
Iedere dag varken
Er gaat jaarlijks ruim 8 miljard euro om in de varkenshouderij. Met bijna 2 miljoen varkens is Limburg de tweede varkensprovincie van Nederland. Voor de Nederlandse markt worden wekelijks 70.000 varkens geslacht. Van die 70.000 varkens wordt 25 tot 30 kilo per varken in Nederland geconsumeerd. De rest, 210.000 varkens en slachtbijproducten, moet op een andere manier en op markten elders tot waarde worden gebracht. Van Leeuwen durft dan ook te stellen dat er geen dag voorbij gaat zonder gebruik van iets van het varken. Hij laat me een indrukwekkend dik boek zien met de meest uiteenlopende producten waarin iets van het varken is verwerkt. In make-up en tandpasta, maar ook in kogels en in remblokken van treinwagons. “Ook dat is een eye opener voor veel bezoekers van ons bedrijf. Het gaat niet alleen om vlees, het gaat om zoveel meer. We laten mensen weten wat ze eten, hoe dat karbonaadje tot stand komt en hoe het hele systeem rond de voedselproductie werkt. Dat creëert begrip en een meer open houding naar de boeren.”
Leren van fouten
Het lijkt alsof Van Leeuwen bijna moeiteloos onderneemt en alles voor de wind gaat bij Ons Boerenerf. “Natuurlijk mislukken dingen ook wel eens. Zo kan de consument ook rechtstreeks vleespakketten bij ons bestellen, maar dat loopt niet goed. We hebben onderschat wat daar bij komt kijken. En ook ons verhaal vertellen heb ik moeten leren. In het begin ging ik wel eens op evenementen staan met een standje en verwachtte ik dat mensen naar me toe zouden komen omdat ze nieuwsgierig waren. Nou, er kwam geen kip. Nu weet ik dat ik het initiatief moet nemen en mensen moet aanspreken. Binnen de kortste keren staat er dan een hele groep mensen te luisteren.”
Vier generaties boeren
Van Leeuwens grootouders begonnen honderd jaar geleden met boeren, zijn ouders namen het bedrijf over en veertig jaar geleden stapte hij zelf in het bedrijf. Nu is zijn zoon al jaren actief binnen het bedrijf en doet hijzelf langzamerhand een stapje terug. “Als je het over duurzaam ondernemen hebt, dan heb je het over bouwen aan een gezond bedrijf dat er ook nog is over 10 of 20 jaar. Daarom blijven we investeren en denken we na over de impact van ons doen en laten, voor onszelf en onze omgeving. Ondernemen is gewoon hartstikke leuk!”
Andere bronnen: AD, 20-03-2018, Vion, POV, Duynie.
Innovatietips van Aad van Leeuwen
Van Leeuwen heeft vier tips voor andere agrarische bedrijven.
- Blijf voortdurend innoveren, denk niet: het zal mijn tijd wel duren. Een estafettestokje geef je immers door op volle snelheid! En zo blijft ondernemen leuk.
- Denk goed na over de competenties die je nodig hebt om je bedrijf verder te laten groeien als je je koers bepaalt. Het moet bij je passen.
- Vraag om ongekleurd advies. Schakel bijvoorbeeld een eigen financieel adviseur in en laat je niet alleen leiden door je bank.
- Werk samen met boeren in de omgeving, deel bijvoorbeeld kennis over prijzen en kwaliteit van voer in een groepsapp, of wissel grond uit met collega-akkerbouwers.