Het is een van de meest gezonde dingen om te eten: blauwe bessen. Maar het is ook een van de meest arbeidsintensieve dingen om te oogsten. De kwetsbaarheid vereist handmatig plukken voor een goede kwaliteit, dus 10 kilo per uur per persoon is zo’n beetje de maximale opbrengst. Als je circa 14.000 kilo per hectare opbrengst hebt, is het helder dat je heel veel mensen nodig hebt voor de oogstperiode van 6 tot 8 weken. Al in 2014 ontwikkelden de gebroeders Driessen uit Melderslo daarom een soort oogstkar, waarop borstels zijn gemonteerd die de bessen zacht opvangen bij het losschudden van de struik. Dat maakt oogsten al een stuk makkelijker. En het legde de basis voor een heuse oogstrobot.
Als Peter Geurts met zijn engineering bureau erbij wordt betrokken, helpt hij om een slag te maken naar echte mechanisatie en bouwt een speciale oogstmachine. Het schudden van de struiken blijft uitgangspunt voor de oogstmethode, maar er wordt ook gekeken naar slimme manieren om de kwaliteit van de bessen te behouden en verlies te minimaliseren.
Oogstrobot met zacht landingsgestel
En nu staan we te kijken naar de Harvy 500, een manshoge oogstrobot van Fine Field waarmee de pluk volledig geautomatiseerd kan plaatsvinden. Elektrisch aangedreven en zelfrijdend. Kratten worden automatisch vervangen als ze vol zijn, een luchtstroom filtert blaadjes en takjes weg en de teler kan de stand van zaken voortdurend volgen dankzij de internetverbinding van de robot. Peter Geurts en Marcel Beelen, de nieuwste aandeelhouder bij Fine Field, glunderen tijdens de demonstratie. “Wist je dat een val van 5 centimeter hoogte de kwaliteit van de bes al nadelig beïnvloedt? Daarom moeten we de bessen een heel zachte landing te geven.”
De voordelen van de robot zijn evident, vertelt Beelen. “Deze ene machine kan 50 plukkers vervangen door 500 tot 1000 kilo per uur te plukken met dezelfde kwaliteit. Andere oogstmachines hebben het nadeel dat het verlies vrij groot is, 20 procent of meer. De Harvy 500 halveert dit verlies naar minder dan 10 procent en we verwachten dat nog verder terug te kunnen brengen tot 5 procent. Daarvoor zijn meer tests nodig om te kunnen finetunen en doorontwikkelen.”
“Een zachte landing is nodig voor de beste bessen”
Peter Geurts (l) en Marcel Beelen voor de Harvy 500 van Fine Field
Testen in de praktijk
In 2019 was de robot nog een prototype. Beelen: “Men achtte het aanvankelijk niet realistisch dat we het prototype in een jaar tijd konden bouwen. Toch is het ons gelukt. Volgende stap was de productie. Door corona was het ook niet gemakkelijk om van prototype tot product te komen. Onderdelen die uit China moesten komen, waren vertraagd. Daardoor hadden we eigenlijk geen tijd om de machines te testen, de oogsttijd kwam eraan. Konijnenholen, water, allerlei specifieke omstandigheden in de praktijk kunnen de werking beïnvloeden en normaal wil je dat allemaal vooraf uitgebreid testen en finetunen. Zo’n machine kost de teler veel geld en moet echt presteren in die korte periode dat de bessen rijp zijn. We hebben daarom veel energie gestoken in service en gelukkig grotendeels de kinderziektes weten op te lossen.” Op het to do-lijstje staat nog een betere ontsluiting van de data met een gebruiksvriendelijke portal. Ook dat wordt in nauwe samenwerking met de teler doorontwikkeld.
Gestaag groeien
Groeipotentieel is er genoeg: er is een markt voor zo’n 1000 robots in Europa en nog eens 1.000 in Noord-Amerika. Bovendien is de blauwe bes populairder dan ooit bij de consument. Telers spelen daarop in met schaalvergroting en ontwikkeling van nieuwe bessensoorten. Toch gelooft Beelen niet in onstuimige groei. “Je kunt heel gemakkelijk je naam te grabbel gooien als je te snel wilt gaan. We voorzien vooral autonome groei en verwachten de komende jaren 20 robots in Europa en 20 in Noord-Amerika af te kunnen zetten. Om dat goed te kunnen doen, gaan we zelfsturende teams voor assemblage en service creëren.” Maar vergis je niet, op langere termijn wil Fine Field wel degelijk de wereld veroveren. “Over 10 jaar hebben we een productielocatie in Noord-Amerika, zijn we marktleider in de geautomatiseerde verspluk en in alle werelddelen vertegenwoordigd. We willen een reputatie opbouwen als innovatieve en kwalitatief hoogwaardige speler die een significante bijdrage levert aan een duurzame bedrijfsvoering bij telers. We weten dat er concurrentie is, maar zoals onze Canadese partner zegt: wij liggen lichtjaren voor op de rest.”
“Wij liggen lichtjaren voor op de concurrentie”
Investering in minder zorgen
De robot is een stevige investering voor een teler: de prijs varieert van 195.000 tot 250.000 euro. Toch is die investering doorgaans in enkele seizoenen terugverdiend, door besparing op personeel en het reduceren van verlies. “Corona heeft het probleem van telers nog urgenter gemaakt: voldoende mensen vinden voor de oogst. Dat is normaal al een enorme uitdaging en door de reisbeperkingen was het helemaal een drama. Je kunt je voorstellen hoeveel zorgen en werk onze machine uit handen neemt.” De machine kan omgaan met de verschillende behoeftes per pluk. “Blauwe bessen rijpen ongelijkmatig, dus je hebt normaal drie plukken. De eerste, de voorpluk, is zo’n 15 procent van de totale oogst. De machine gebruik je dan vooral bemand, om efficiënt handmatig te kunnen plukken. De tweede is goed voor 70 procent, waarbij de trilrotoren worden ingezet en de machine autonoom rijdt. Bij de derde pluk haal je de resterende 15 procent op, waarbij de machine sneller langs de rijen gaat en toch heel secuur werkt. Het verlies is daardoor aanzienlijk minder dan bij andere oogstmachines. Doordat de machine elektrisch is aangedreven en voorzien van zonnecellen, gebeurt de oogst ook nog eens milieuvriendelijk.”
De oogstrobot in actie
Focus
Het ligt voor de hand om ook aan toepassing bij andere struikgewassen te denken. Toch heeft dat nu niet de aandacht van Fine Field. “Het kan wel iets zijn waar we in de toekomst aan gaan werken, maar de machine is speciaal afgestemd op de eigenschappen van blauwe bessen. Zelfs binnen die categorie is gebruik van de Harvy 500 niet voor iedereen weggelegd. We focussen op professioneel georganiseerde telers met meer dan 15 hectare. Een producent moet zijn areaal en processen namelijk wel aanpassen op de komst van zo’n machine. Zo moet er een sorteerlijn zijn die kan omgaan met de opbrengst van de oogst. Ook heb je een vaste persoon nodig die verantwoordelijk is voor het instellen van de machine. Afhankelijk van de locatie en de bessensoort variëren die instellingen. De teler krijgt van ons allerlei ondersteuning voor een soepele start, maar moet er dus ook zelf wel klaar voor zijn.”
Limburg als innovatieve proeftuin
Beelen is ervan overtuigd dat Limburg de ideale omgeving is voor bedrijven als Fine Field. “Om dit soort innovaties van de grond te krijgen, heb je enerzijds specialistische technische kennis nodig, maar ook de primaire producenten die ervoor open staan en waarmee je kunt experimenteren. Hier in Noord-Limburg komt dat allemaal bij elkaar op één postzegel. In een straal van 10 kilometer vind je 3 bedrijven waarmee je een innovatieve toepassing kunt bouwen, in Noord-Amerika misschien in een straal van 100 kilometer. Dat maakt dat je heel snel kunt schakelen. En dan heb je via de Brightlands Campus ook nog een heel sterk internationaal netwerk, waarmee je toegang hebt tot bedrijven in bijvoorbeeld China om tot productie over te kunnen gaan.” Fine Field wil dat netwerk zelf ook helpen versterken. “Een Canadese universiteit heeft een elektronische bes ontwikkeld, die je kunt gebruiken om onderzoek te doen naar optimale teeltmethodes. Wij willen met Brightlands gaan kijken hoe we hierin kunnen samenwerken.”
Hij benadrukt dat die ideale proeftuin ook kwetsbaar is. “We moeten wel zorgen dat ook die primaire producent hier kan blijven gedijen, zodat innovaties in de praktijk door te voeren zijn. Het een kan niet zonder het ander.”
“Alles wat je nodig hebt voor innovatie in de agro komt hier bij elkaar op één postzegel”
Wereldspeler in de regio
Beelen breekt daarnaast een lans voor toegankelijke subsidietrajecten om innovatieve toepassingen productierijp te krijgen. “Banken willen pas meedoen als het bedrijf een stap verder is en veel subsidieregelingen zijn gericht op de eerste stap van ontwikkeling van een prototype. En die regelingen zijn dan vaak ook nog zeer complex, tijdrovend en kostbaar. Dat remt.” Met die kanttekening blijft Beelen optimistisch over de toekomst. “Ik ben ervan overtuigd dat wij een wereldspeler worden op ons gebied. Dat levert kansen op voor nieuw talent en wakkert weer nieuwe innovatie aan. Vanuit Melderslo veroveren we de hele wereld!”