Trends en ontwikkelingen in de vleessector
Hoe ziet de vleessector er over 10, 20, 50 jaar uit? Is er nog wel ruimte voor veehouders om een gezond bedrijf te runnen als de regels alleen maar strenger worden en de consument meer en meer vleesvervangers omarmt? Of stellen de media de situatie extremer voor dan ze werkelijk is? Kiempunt ging op onderzoek uit en ging in gesprek met Mark Tijssen, vicevoorzitter en portefeuillehouder Duurzaamheid van de LLTB.
De cijfers
Nederland telt 54.000 boerenbedrijven, waarvan 25.000 bedrijven met rundvee, 4.000 met varkens en 2.000 met pluimvee. Gezamenlijk produceren Nederlandse vleesproducenten jaarlijks ruim 2,4 miljoen ton vlees. Alleen al het rood vlees is goed voor een omzet van 10,4 miljard euro en 12.000 banen. Een groot deel van het geproduceerde vlees wordt geëxporteerd, het Nederlandse vlees belandt op de borden van 100 miljoen consumenten in 140 landen wereldwijd.
Maar ook de Nederlander zelf is een belangrijke doelgroep: de gemiddelde consumptie in Nederland is 76 kg per persoon per jaar, wat bovengemiddeld is in vergelijking met andere landen. De meeste Nederlanders, 96 procent, eet minimaal 1 keer per week vlees.
Daalt de vleesconsumptie nu wel of niet?
In de media zijn tegenstrijdige berichten te lezen over de daadwerkelijke vleesconsumptie. Zo blijkt uit cijfers van Wageningen University & Research en onderzoeksbureau IRI dat de vleesconsumptie niet gedaald is, maar vrijwel gelijk is gebleven. De NOS meldt dat de vleesconsumptie de laatste jaren wel degelijk is gedaald. Een van de oorzaken is dat cijfers van supermarktverkopen als maatgevend worden beschouwd, en verkopen via de horeca niet worden meegenomen. Ook is het aantal producerende bedrijven de afgelopen jaren afgenomen, maar de bedrijven groeiden in omvang, zo meldde de WUR.
En dan is er nog sprake van een wereldmarkt: de vleesconsumptie wereldwijd daalt niet, maar stijgt juist door de toenemende welvaart. Tijssen: “De consumptie van varkensvlees wereldwijd is op het moment stabiel, terwijl de totale consumptie van kip en vis toeneemt. Steeds meer mensen vragen naar een grotere hoeveelheid dierlijke eiwitten. Het is een eerste levensbehoefte die voor steeds meer mensen toegankelijk wordt.”
Dat neemt niet weg dat er veel groei zit in vleesvervangers. Het aantal vegetariërs groeit niet, maar er zijn wel steeds meer flexitariërs, mensen die vlees afwisselen met vegetarische producten.
Sinds 2017 is het aanbod vleesvervangers in de supermarkt met 51% gestegen. Dat sluit aan op de toenemende vraag van consumenten. Waar het aantal vegetariërs in Nederland al jaren rond 4% ligt, kiest ongeveer 50-60% van de consumenten, de flexitariër, vaker voor vleesvervangers. Van de totale omzet aan vleesproducten, kocht de consument voor 4,5% vleesvervangers (NOS, augustus 2019; Rabobank, 2019).
Tweedeling
Steeds meer consumenten worden kritischer op hun levensstijl en eetgewoonten. Daarbij stellen zij hoge eisen aan duurzaamheid en dierenwelzijn. Als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen, neemt de vraag naar duurzaam geproduceerde producten toe. Tegelijkertijd groeit de vraag naar vlees ‘met een verhaal’. Maar naast die kritische en bewuste consument is er ook een consument die vooral kijkt naar prijs en kwantiteit.
Het resulteert in een tweedeling: boeren die grootschaliger gaan produceren voor de massamarkt en boeren die kiezen voor specialisatie en het vermarkten van een niche-product, waarbij bijvoorbeeld meer garanties kunnen worden gegeven over herkomst, voeding of leefomstandigheden van de dieren. “In het geval van een nichemarkt wordt een speciaal product verkocht met een stukje beleving, maar dat is natuurlijk niet voor elke boer weggelegd. Dat moet bij je bedrijf en bij jou als ondernemer passen”, aldus Tijssen.
Met eigen ogen zien
De LLTB ziet voor zichzelf ook een rol weggelegd bij het vertellen van het verhaal, het verhaal van alle Limburgse boeren in al hun diversiteit, grootschalig én kleinschalig. Naast perscontacten worden er jaarlijks meerdere bijeenkomsten en open dagen georganiseerd met steun van de LLTB, zodat een completer plaatje ontstaat. “Mensen krijgen een meer genuanceerd beeld als ze zelf een kijkje kunnen nemen op het boerenerf. Daarom is het goed dat er zichtstallen zijn, Campina open dagen, ‘Loeren bij de Boeren’ dagen en georganiseerde fietsroutes langs meerdere boerenbedrijven. Bijvoorbeeld rond dierenwelzijn en gezondheid van dieren weten veel mensen niet wat er allemaal al wordt gedaan door boeren om hun dieren gezond te houden met voeding, genetica en hygiënemaatregelen.” De verwachting is dat bezoeken van en verkopen bij de boer op locatie verder zal toenemen in de komende jaren en daarmee ook zal professionaliseren.
Innovaties in de vleessector
1: SecurEgg Farmer
De Fipronil-crisis van 2017 dupeerde enkele Limburgse pluimveehouders. “Na de crisis besloten deze ondernemers om een gezamenlijk systeem te ontwikkelen genaamd SecurEgg Farmer. Dit systeem ontzorgt de agrarische ondernemer door een product-leverancier combinatie te maken en te controleren of de gebruikte producten en grondstoffen geregistreerd zijn voor gebruik op het legpluimveebedrijf. Op deze manier kan veilige voeding beter gegarandeerd worden.” Meer informatie is te vinden op www.secureggfarmer.eu.
2: Data en robotisering
Drones en slimme robots in de boerenbedrijven zorgen ervoor dat zo efficiënt mogelijk wordt gewerkt en tegelijkertijd komt er veel data beschikbaar. Hoeveel heeft deze koe gegeten en hoeveel melk heeft ze geproduceerd? Het is nu heel exact te volgen. Door big data en robotisering kan efficiënter worden gewerkt en is de traceerbaarheid van producten voor alle partijen in de keten verbeterd. Een bijkomend voordeel is dat robotisering voedselverspilling kan tegengaan, doordat de producten op individueel niveau kunnen worden gemonitord en gecontroleerd. Voorbeelden zijn Hoeve Rosa in Sevenum, waar schaalvergroting en automatisering centraal staat, en het melkveebedrijf van familie Hoven uit Eckelrade, waar efficiency centraal staat. De Provincie Limburg en LIOF ondersteunen deze ontwikkeling dan ook actief.
3: Gezondheid en dierenwelzijn
Dankzij computergestuurde voersystemen krijgen dieren de voedingsstoffen binnen die ze nodig hebben. Om mest- en ammoniakgeur te zuiveren, hebben veel boeren de luchtwasser geïnstalleerd. Vrije uitloopstallen en andere innovaties in stalopbouw verhogen het welzijn. Ook wordt meer en meer gekeken naar kwaliteitsverbetering en verduurzaming van veevoer. Steeds meer reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie worden als grondstof gebruikt voor dierlijk voer. Tijssen: “De afgelopen 15 jaar hebben genetische aanpassingen en verandering van de voersamenstelling al geleid tot aanzienlijk minder uitstoot van CO2 of ammoniak.” Het Feed Design Lab in Wanssum doet praktijkonderzoek en biedt educatie aan voor innovatie & verduurzaming in de diervoersector. Ruim 100 bedrijven uit de gehele sector en uit binnen- en buitenland zich als partner bij Feed Design Lab en nemen actief deel aan het netwerk. Er staat ook een proeffabriek waar ondernemers nieuwe voersamenstellingen kunnen testen. Meer info via www.feeddesignlab.nl.
4: Verduurzaming en verkleining van de kringloop
De sector probeert meer innovaties en systemen te ontwikkelen waardoor zo efficiënt mogelijk de kringloop gesloten kan worden. Tijssen: “Dat doen we met import en export, gebruik van reststromen en een afgestemde vraag en aanbod. Ook zien we mogelijkheden voor de reductie van emissies, het liefst vooraan in het productieproces. Die innovaties delen we met elkaar, zodat dier, milieu en mens hiervan profiteren.”
Hoe ziet de toekomst eruit?
Opkomst van ander vlees
De vleesverwerkende industrie zal nieuwe producten ontwikkelen, zoals hybride vlees, kweekvlees uit een lab of producten met eiwitten van insecten. Vooralsnog kunnen traditionele vleesproducten prima naast deze nieuwe producten bestaan, voor beide is nog ruim voldoende markt.
Samenwerken, veelzijdiger worden of stoppen
Hoe je het ook wendt of keert, Nederland vraagt om verduurzaming. Om dat te kunnen doen als veehouder is het belangrijk om te gaan samenwerken met andere sectoren voor optimaal gebruik van reststromen en een sluitende kringloop. Een andere strategie kan zijn om het traditionele boerenbedrijf om te vormen tot een multifunctioneel bedrijf, waarbij directe verkoop, toerisme, recreatie, zorg of educatie een rol krijgen. Daarnaast zal een deel van de huidige veehouders stoppen, omdat er onvoldoende fysieke of financiële ruimte is om te kunnen innoveren of omdat er geen opvolger is.
Eerlijker prijzen voor de boer
Wat innovatief boeren bemoeilijkt is de onzekerheid over toekomstige regelgeving, in Nederland en Europa. Investeringen vereisen een terugverdienperiode, waarbij de regels in de tussentijd weer kunnen veranderen. Ook moet de investering wel terug te verdienen zijn en dat kan alleen als de meerkosten doorberekend kunnen worden in dat stukje vlees. Retailer en consument moeten accepteren dat een hogere prijs noodzakelijk is om te voldoen aan alle wensen en eisen van deze tijd. Als het aan minister Carola Schouten ligt, krijgen boeren een ‘eerlijke prijs’ voor hun producten. Dat zal ook nodig zijn als strengere regelgeving gaat gelden, terwijl supermarkten nog steeds promoties op vlees gebruiken om consumenten te lokken. Tijssen: “Ons standpunt op dit punt is wel duidelijk. We zijn in principe tegen het stunten met prijzen van landbouwproducten. Alleen als boeren een eerlijke prijs krijgen, is er ruimte om te blijven investeren in nieuwe milieu-, klimaat- en diervriendelijke innovaties. En dat is wat we allemaal willen.”
Kiempunt schreef al eerder een artikel over True Pricing en een eerlijke prijs voor duurzame producten in Limburg, lees dat artikel hier terug.
Bronnen: Algemeen Dagblad, Boerderij, CBS, COV, Duurzaam Bedrijfsleven, Foodlog, Groen Kennisnet, Kiempunt, Rabobank, Rijksoverheid, RVO, WUR.